Stadsgesprekken over actuele onderwerpen in Tilburg
30 nov 2023

Stadsgesprek POST65

Hoe waarderen Tilburgers het jonge erfgoed (1965-2000) in de stad?
CAST Stadsgesprek

CAST organiseert op donderdag 30 november een kick-off bijeenkomst rondom het Post65-erfgoed van Tilburg. Met deze avond willen we het publiek kennis laten maken met dit jonge, potentiële erfgoed en een idee krijgen hoe de Tilburgers dit erfgoed waarderen. De gemeente Tilburg is van plan op termijn het jonge erfgoed van 1965 tot 2000 in kaart te gaan brengen. Waarom is dat belangrijk, hoeveel Post65-erfgoed heeft Tilburg en op welke manier kan de Tilburger deelnemen aan deze inventarisatie?
Toegang is gratis!

Stadsgesprek POST65
  • Datum
    do 30 nov 2023
  • Locatie
  • Inloop
    19:00 uur
  • Aanvang
    19:30 uur

Landelijk is veel aandacht voor het Post65-erfgoed, ons jonge erfgoed. De stad is volop in ontwikkeling en sinds enkele jaren wordt ook druk gezocht naar ruimte om de stad te verdichten. Het jonge erfgoed hebben we eigenlijk nog nauwelijks in beeld, laat staan beschermd tegen sloop. En dat is jammer, want ook uit deze periode is bijzondere bebouwing te vinden die een verhaal over Tilburg vertelt. Wat vindt u van dit jonge erfgoed? En op welke manier wilt u bijdragen aan de inventarisatie van dit erfgoed? Praat mee!

De sprekers op deze avond zijn:
Wethouder Bas van de Pol: waarom wil de gemeente het Post65-erfgoed inventariseren?

De Tilburgse bouwhistoricus John van Lierop neemt ons mee door een brede staalkaart van Post65-architectuur in Tilburg. Wat is er aan jong erfgoed in Tilburg te vinden? 

Promovenda Lidwine Spoormans (TU Delft) deed onderzoek naar participatie van burgers bij erfgoed. Hoe kan je het publiek betrekken bij het inventariseren van dit jonge erfgoed? Welke nieuwe inzichten levert dat op? 

En Karel Loeff (voorzitter van de landelijke Bond Heemschut) komt vertellen over hoe het jonge erfgoed er landelijk voor staat, en wat het belang is van het bewaren van het Post65-erfgoed. 


Interpolis anno 2011                                                                                                              Foto: René de Wit