Houden van Tilburg
Bewoners, bouwers en ontwerpers zijn tussen de bedrijven door nog in tweetallen met elkaar in gesprek gegaan. Ze spraken over een verschil van inzicht bij de herontwikkeling van het Regenboogpark: sommige inwoners willen daar een ontmoetingsplein van maken, anderen willen dat het rustig blijft. Een inwoner van de Fabriekstraat vindt dat er best een buurtsupermarkt bij haar in de buurt mag komen, een inwoner van de Reeshof hekelt de rotondes waarop regelmatig ongelukken gebeuren.
Een bewoner weet het op een hele sterke manier te verwoorden. ‘Ik woon al 25 jaar in Tilburg en betrapte me er twintig jaar geleden op dat ik van Tilburg ben gaan houden. Op een zonnige zaterdagochtend fietste ik door de Tuinstraat en bedacht: wat is dit eigenlijk een mooie stad! Het is een stad met een bepaalde gelaagdheid van verschillende identiteiten. Het heeft mooie parken en rauwe rafelrandjes.’ Zo heeft iedereen zijn eigen idee van goede omgevingskwaliteit.
Er leven overigens nog genoeg vragen aan Mirjam Steins over de Nota Omgevingskwaliteit in z’n algemeenheid. Ze zijn bijvoorbeeld benieuwd hoe participatie in deze nota is geregeld en willen weten hoe de samenspraak tussen buurten, ontwikkelaars en ontwerpers wordt geregeld. ‘Bij grotere ontwikkelingen wordt die samenspraak al geregeld in planteams’, legt Steins uit. ‘Participatie maakt buiten deze nota om al deel uit van onze gemeentelijke processen. Dat is belangrijk om kwaliteit te duiden.’
Maar de gemeente heeft ook andere instrumenten waarmee het gesprek wordt aangegaan. Stadsateliers bijvoorbeeld, waarbij in samenwerking met CAST op een ontwerpende manier oplossingen worden verkend. Of ontwerpend onderzoek, waarbij burgers en experts kunnen meedenken over waar de gemeente in bepaalde gebieden op zouden moeten inzetten. ‘We willen een heel breed publiek meenemen in dat gesprek over kwaliteit’, zegt Steins. ‘Deze nota kan aan de hand van die gesprekken ook nog worden verdiept een aangevuld: beleid verandert tenslotte snel. Deze nota is geen statisch document.’
De gemeente heeft een opgave in het kader van de Woonzorgvisie, geeft een bezoeker aan. Zij vraagt zich af of er in deze nota ook iets in staat over het type woningen dat gebouwd gaat worden. ‘Een van de thema’s uit deze nota gaat over de woningbouwplattegrond’, zegt de beleidsadviseur. ‘We zijn nog niet zo ver dat we woningbouwplattegronden kunnen gaan vastleggen, maar we denken wel na over hoe we gemeenschappen kunnen bouwen. Dat betekent: niet alleen blinde gevels en slaapkamers aan de straat, maar juist open omgevingen, zodat je een oogje in het zeil kan houden bij je buren.’
Inzichtelijke kaartjes
Met deze nota beoogt de gemeente om de aansluiting op de openbare ruimte vanaf het begin al zo goed mogelijk te regelen. ‘Over laad- en lossystemen en afvalverwerking moet je al nadenken als je met een project begint. Niet later, dan krijg je ad hoc-oplossingen en gaat het gewoon mis.’ Dat roept de vraag op of de gemeente geleerde lessen gaat opschrijven. ‘We gaan niet zeggen wat goed en slecht ging, maar we hebben wel een lijstje naast ons bureau liggen waarop we aangeven: goh, dit kon beter.’
Steins is groot fan van kaarten en heeft er een aantal uit de nota meegenomen om de stad te duiden. Soms zie je op kaartjes namelijk pas hoe Tilburg in elkaar steekt. ‘De Ringbanen kennen we allemaal, maar niet alle stukken van die ring zijn op dezelfde manier ingepast. Langs de Ringbaan-Zuid is het heel groen en open, maar bij de Ringbaan-Oost zitten de voordeuren juist vlak aan de ringbaan. De beleving is op beide plekken compleet anders. Dat proberen we uit te leggen.’ Naast mobiliteit zijn er nog andere thema’s die met de kaartjes geduid worden, zoals de cultuurhistorische waarde en de mate van industrie in de stad.
Een vraag die nog op de lippen van een ontwikkelaar brandt, is of er ook rekening wordt gehouden met doorwaadbaarheid van een gebied. Tussen de Trouwlaan en de Korvelseweg kun je misschien wel wat doorsteekjes maken. ‘Er zijn plekken waarop we dat kunnen proberen’, denkt Steins. ‘Maar we kiezen er ook wel voor om bepaalde plekken niet open te maken omdat dat een gevoel van onveiligheid kan creëren of reuring op andere plekken weg kan halen.’
Over de Korvelseweg gesproken: daar wordt het project Fabrieksgeheimen door meerdere aanwezigheden geroemd. Zij zien dat de gemeente veel grote gebaren lijkt te stimuleren, terwijl het de kleinere projecten zijn die de kwaliteit van een straat maken. ‘We proberen als gemeente natuurlijk die aanjagersrol op te pakken, maar we kunnen het ook niet alleen. Uiteindelijk zijn we geen ontwikkelende partij. Maar als we het gesprek zo vroeg mogelijk organiseren, heb je de meeste kans op een goed eindresultaat’, besluit Steins.
De Nota Omgevingskwaliteit moet nog definitief gemaakt worden en worden voorgelegd aan het bestuur. Dat gebeurt dit jaar nog. ‘En de nota wordt de komende jaren zeker nog doorontwikkeld. We zijn er nog lang niet mee klaar. Zoveel betrokkenheid is heel mooi om te zien.’