Verslag

Rens van de Plas

Debatavond Out of the Box

Logistiek Landschap

Lappen grond vol met grauwe, grijze opslagdozen die het landschap steeds verder opslokken - kan dat niet anders? CAST daagde - in samenwerking met Kunstloc Brabant en Vereniging Deltametropool - vier teams van architecten en ontwerpers uit met design challenge ‘Out of the Box’. De opdracht: kom met alternatieven voor het logistieke landschap van de toekomst.

Op vrijdag 21 augustus presenteerden de teams hun visies, en gaven daarmee het debat over verdozing in regio Tilburg een flinke impuls. CAST nodigde de Tilburgse wethouder Economie en Ruimtelijke Ordening Berend de Vries, Jeroen Smarius (directeur Vitaal en Ruimtelijk Brabant bij provincie Noord-Brabant), programmamanager ‘topcorridors’ Luc de Vries (werkzaam bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) uit voor een discussie over welke inzichten en kansen de uitkomsten van design challenge ‘Out of the Box’ bieden voor de praktijk. Het publiek en natuurlijk de vier ontwerpteams discussieerden mee.

“Er moet veel meer langdurig, strategisch gedacht worden. En niet alleen vanuit grondbezit en welvaart, maar ook met name over natuur en sociale infrastructuur.” 

- Janna Bystrykh -

De kracht van verbeelding

Je ziet het om je heen gebeuren: de druk op bedrijventerreinen in en rond de steden neemt flink toe. Dat is niet zo gek - steeds vaker kopen we online. We verwachten dan dat onze pakjes het liefst de volgende dag al bij ons op de deurmat liggen. Daardoor komen er steeds meer distributiecentra in het landschap bij. Deze ontwikkeling speelt in op onze behoeften, maar tast tegelijkertijd de leefomgeving aan van inwoners, werknemers en natuur. Kan het ook anders? Slimmer?

“Wat voor economie willen we hebben? Welke waarden willen we dat dit toevoegt? En vooral ook: welke waarden willen we niet kwijtraken? Dat zijn politieke vragen.”- Thijs van Spaandonk -

Het antwoord is natuurlijk ja. Het kan anders. Het kan altijd anders. Dat lieten de vier ontwerpteams in de design challenge de afgelopen periode duidelijk zien. Had je er bijvoorbeeld ooit al eens aan gedacht het Wilhelminakanaal in te zetten als één grote, regionale mainport - uiteraard met oog voor natuur en milieu? Of overwoog je al eens het bundelen van alle schakels en ketens uit het distributieproces in één XXXL Gouden Doos? Weg met de ketting aan bedrijfshallen in het landschap: hyper efficiënt en bovendien met een minimale footprint in de omgeving. Of deze denkrichting dan: onderzoek en benut de potentie van bestaande bedrijventerreinen. Zorg met herverkaveling voor vermenging van bedrijvigheid, wonen en distributie en geef ruimte aan de natuur. Of wat dacht je van het op microniveau inpassen van logistieke processen in de stad en wijk, tot aan reparatie- en retourstromen toe? Heel beknopt samengevat zijn dit de vier denkrichtingen die uit Design Challenge Out of The Box volgden. 

Politiek aan zet

In het publiek luisterde onder meer Ben Kuipers (landschapsarchitect en voorzitter NVTL) naar de pitches van de vier ontwerpteams. Na afloop daarvan gooide hij de knuppel in het hoenderhok: is het inrichten van het logistieke landschap van de toekomst eigenlijk wel een vraag voor architecten en ontwerpers? Uiteindelijk lijkt het er - op basis van de gepresenteerde visies - immers niet om te gaan hoe dat toekomstige landschap eruit ziet, maar veel meer hoe (en óf) het werkt. Dan heb je instrumenten nodig: beleid of misschien zelfs gedragstherapie om consumenten af te remmen. Architect Janna Bystrykh: “Kleine bedrijventerreinen, zoals Vossenberg, daar zie je nog mogelijkheden voor een overheid om in te grijpen. Maar die grote lappen grond die zijn verkocht de afgelopen tien jaar, daar zit je aan vast. Er moet dus inderdaad veel meer langdurig, strategisch gedacht worden. En niet alleen over grondbezit en welvaart, maar ook met name over natuur en sociale infrastructuur.”

Als een burger een huis wil bouwen, is er een heel boekwerk vol met randvoorwaarden waar hij zich aan moet houden, weet collega-architect Thijs van Spaandonk. Maar bij een ondernemer die een enorme bedrijfshal laat bouwen is dat er gek genoeg niet. “Dan zijn we niet mans genoeg om te eisen dat diegene z’n dak vol moet leggen met zonnepanelen. En daar zit volgens mij de crux. De kracht van verbeelding helpt mee, maar de oplossing zit ‘m deels echt in het instrumentarium. De vraag die we onszelf moeten stellen is: wat voor economie willen we hebben? En welke waarden willen we dat het toevoegt? En vooral ook: welke waarden willen we niet kwijtraken? Dat zijn politieke vragen.”

“Er ligt zeker een rol bij de overheid, want als je het aan marktpartijen over laat, krijg je wat we nu zien.” Vincent van Heesch: “de Gouden Doos is een uitnodiging om met marktpartijen en overheden samen te kijken hoe het anders kan. De provincie kan een goed startpunt zijn, want tussen gemeenten is er een concurrentiestrijd.”

“De kunst is te verbinden, op alle schaalniveaus. Dan kun je pas echt een transitie maken.” - Luc de Vries –

Voor wethouder Berend de Vries sprak met name de visie (In)tangible superstructures aan, over herbestemming van bestaande terreinen. “Herbestemmen en meervoudig ruimtegebruik - recreatie, sport, wonen - daar zitten veel ingrediënten in die in de toekomst een plek kunnen krijgen.” Hergebruik van bestaande (bedrijven)terreinen staat - mede gestuurd door een advies vanuit het ministerie BZK - hoog op zijn agenda. “Het Rijk zegt: probeer zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande terreinen. Daar ben ik het heel erg mee eens, dat we dat moeten doen. En inmiddels zien we dat het - met minimale inzet van de overheid - van de grond komt, herbestemming van bestaande terreinen.”

Integrale aanpak

Luc de Vries (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) is enthousiast over de gepresenteerde voorstellen. “Elke visie representeert een ander schaalniveau. Van regionaal, provinciaal tot en met landelijk”, begint hij. Bovendien agenderen ze allemaal hun eigen problematiek. “De kunst is dat aan elkaar te verbinden, op alle niveaus. Dan kun je pas echt een transitie maken.” Logistiek is een middel en geen doel op zich, dus voor de lange termijn is het veel belangrijker om je te richten op activiteiten die passen bij het DNA van de regio, zoals de specialistische maakindustrie en agrofood. Logistiek levert daarbij de nodige diensten. De Vries: “Logistiek zal er altijd zijn. Maar ik zeg: ga terug naar de basis. Wat zijn de ruimtelijke regionale structuren en wat kun je nu produceren in eigen omgeving? Waar is regionale economische versterking mogelijk? Logistiek is daar dan een resultante van, in plaats van een doel op zich.” Ook de discussie over het gebruik van ruimte moet scherper gevoerd worden, meent De Vries. De vraag om bedrijventerreinen zal onverminderd groot blijven, maar de manier waarop we dit aanvliegen moet anders. “Kunnen we naar een brownfield-benadering (herbestemming van bestaande terreinen, red.)? Kunnen we greenfield ontwikkelen, en hoe doen we dat dan als die vraag gesteld wordt? Daar moeten we klaar voor zijn.”

“Ik hoop dat Tilburg ook op ‘t gebied van ruimtelijke kwaliteit een logistieke koploper kan worden”

- Berend de Vries -

Berend de Vries beaamt dat, maar stelt dat de handel met China net zo belangrijk is. Hij signaleert veel druk vanuit de markt voor nieuwbouw. Terwijl de overheid, denkt hij, met minimale inmenging juist zou kunnen sturen op herstructurering en herverkaveling van bestaande gebieden. Erfpacht werkt momenteel niet goed om dit te bereiken, er zijn nieuwe instrumenten nodig. Daarnaast past het om selectief te zijn. “In Tilburg en Waalwijk samen hebben we een logistieke topregio. We hebben onze infrastructuur voor een belangrijk deel echt op orde. En dat betekent dat we nu een bestaand ecosysteem hebben waar bedrijven heel graag onderdeel van willen zijn. Daardoor kunnen we veel selectiever zijn voor bedrijven die zich gaan vestigen. Ik vind dan ook dat het een dure plicht is om dat te doen. Wat kom je nou brengen, in plaats van wat kom je halen?” Hij hoopt dat Tilburg ook op het gebied van ruimtelijke kwaliteit een logistieke koploper kan worden.

“Waarom hebben we al die logistieke dozen? Omdat we bijna niets uit onze eigen omgeving halen. Een korte keten is onderdeel van de oplossing.”
- Jeroen Smarius -

Gedragsverandering consument

Directeur Vitaal en Ruimtelijk Brabant bij Provincie Noord-Brabant Jeroen Smarius werd getriggerd door het pleidooi voor herverkaveling van één van de ontwerpteams. Het deed hem - in positieve zin - denken aan de landbouwtransitie en herverkaveling. “De grootschaligheid van de landbouw keert zich nu een beetje tegen ons. Daar moeten we van leren. Misschien moeten we juist die integraliteit en kleinschaligheid gaan benutten om dit probleem aan te pakken.” Op een andere manier de ruimte indelen - nadenken over de structuur en de indeling van het landschap - en tegelijkertijd het koppelen aan andere opgaven. Bijvoorbeeld, vindt Smarius, het gemak waarmee we als consumenten onze spullen uit China laten overkomen. Productie iets wezensvreemds voor ons. Iets dat ver van ons afstaat. En dat moet anders. “Die korte keten is van belang. Want waarom hebben we al die logistiek? Omdat we bijna niets uit onze eigen omgeving halen. Terwijl ik vind dat wij als inwoners van deze provincie geconfronteerd moeten worden met hoe onze producten gemaakt worden, verspreid worden. De consument is onderdeel van de oplossing.”

Tilburgs raadslid Frans van Aarle, in het publiek, haakte daar graag op in. Niet Bol.com of Coolblue zijn de aanstichters, maar de consument. Die koopt de producten immers. Hoe ziet Smarius de gedragsverandering voor zich? “Als overheid hebben we toch op z’n minst het streven om gedragsverandering tot stand te brengen”, antwoordt hij. “Ik denk dat wij nu langzamerhand iets strenger moeten worden als overheid. Maar dan komt het ook aan op politieke lef, bestuurlijke lef en keuzes maken.”

Paul Gerritsen (Vereniging Deltametropool): is erg te spreken over de ontwerpen. “De basis bevragen hoe willen we dat ons landschap en ons leven eruit ziet? Die vraag komt steeds dichterbij. Heel vaak is de keuze: lekker makkelijk, bij het bestellen van je pakje online, maar ook hoe we met ons landschap omgaan. Maar die tijd van lekker makkelijk is nu wel echt voorbij.”

Bert Harmelink (BNSP): “Wat ik mis in de discussie is de parallelle analyse en het parallelle beleid. Hoe denken we over logistiek? Welke invloeden zijn er aan de orde? Opvallend dat er vier mooie filosofieën en concepten liggen. Maar waarom komen die dozen er toch elke keer weer?”

Regionale samenwerking, verzakelijking en eisen

Het debat raakte vrijwel alle grote kwesties van deze tijd: het brede welvaartsdebat, de discussie over de bestel en wegwerpeconomie dat het anders moet, de rol van de overheid en de rol van de consument, de klimaatcrisis tot integrale gebiedsontwikkeling. Cees-Jan Pen, lector De Ondernemende Regio bij Fontys Hogescholen, benadrukte in zijn slotpleidooi nog maar eens hoe belangrijk het is om architecten, ontwerpers en stedenbouwkundigen bij dit soort complexe, veelomvattende vraagstukken te betrekken. “Bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen is waarschijnlijk in negen van de tien gevallen de gemeentelijke afdeling RO en Stedenbouw niet eens betrokken. Het bouwen kan veel te snel en veel te makkelijk, er worden geen eisen en voorwaarden gesteld. Jaren geleden hield voormalig burgemeester Noordanus zich al bezig met verdozing en met de herontwikkeling van bestaande bedrijventerreinen. En dat het beter moest. Vandaag hoor ik adviezen terug die hij toen al gaf. Deze avond, de discussies die we voeren en de inspiratie die het oplevert, toont maar weer aan hoe belangrijk het is om de stedenbouwkundigen te blijven betrekken.”

Om de transitie van het logistieke landschap te laten slagen, zijn bovendien goede regionale afspraken onmisbaar, is Pens advies. “Als je in Tilburg nee zegt tegen een bedrijf, dan gaan ze nu net zo makkelijk naar Tiel. Daarom zou je in regionaal verband afspraken moet maken.” Wie moet daar dan op toezien? De provincie, denkt Pen. En dan moet de provincie ook streng zijn: als je geen regionale afspraken maakt, dan geen provinciale gelden voor infrastructuur. Anders werkt het niet. Het is nu veel te vrijblijvend. En ga zakelijker met bedrijven om. Ook dat stond in het rapport van Noordanus. Pen: “Waarom niet een soort statiegeld voor bedrijventerreinen? Laat bedrijven een onderhoudsfee betalen.

En stel harde eisen over goede huisvesting van werknemers/ arbeidsmigranten. Hetzelfde geldt voor randvoorwaarden voor bedrijfshallen en bedrijventerreinen. Is het niet geregeld? Dan neem je afscheid van elkaar.” Alle ontwerpteams benoemen in hun visie: van meer naar betere kwaliteit, van groter naar inclusiever denken en van mono- naar multifunctionaliteit.

Volgens Pen zullen we tot slot - en daarbij zijn planologen en economen nodig - op een andere manier moeten rekenen. Dat is ook een financieel-economisch vraagstuk. “Iedereen vindt dat het anders moet, maar hoe kun je nu terugrekenen dat een partij - met zonnepanelen, door aan vergroening te werken - daadwerkelijk waarde toevoegt. Hoe gaan we daarmee verder? Nu is het moment om dit verder op te pakken. Het berekenen van de Maximaal Maatschappelijk Waarde.”

Ontwerpideeën Out of the Box

Brabantse Stroom idee van Alexander Herrebout, Carolien Schippers, Moon Brader

De Gouden Doos idee van Vincent van Heesch, Bram van de Sanden, Lex Hildenbrant, Nout Sterk

(In)tangible Superstructures idee van Janna Bystrykh , Sanne van den Breemer, Jelle Homburg

Landscape on demand & Package to the People idee van Peter Hermens, Klasien van de Zandschulp, Gerjan Streng, Thijs van Spaandonk