Verslag

Rens van de Plas

Cultuurfabriek "Hall of Fame"

CAST&co

CAST&co was te gast in de vernieuwde cultuurfabriek Hall of Fame, met een presentatie en rondleiding van de architecten Ruud van Aerde en Elles Borgert. Daarnaast was Frederik Theuwis, directeur Hall of Fame aanwezig en namens de gemeente Tilburg ging Anouk Thijssen kort in op de ontwikkelingen in dit deel van de Spoorzone.

Op 15 december 2022 vond de laatste bijeenkomst van CAST&co van het jaar plaats en een passendere locatie voor die bijeenkomst is er haast niet te bedenken. De leden van het netwerk waren deze keer namelijk welkom bij de vernieuwde Hall of Fame in de Spoorzone. 

Claudia van der Harst, programmamanager bij CAST, opende de middag met een groot teken van dank aan de leden. “Ik wil onze partners bedanken voor de steun en de inhoudelijke bijdrage aan ons netwerk. Het is voor ons heel waardevol dat we deze bijeenkomsten kunnen organiseren. Door jullie steun kunnen we veel mogelijk maken,” zegt ze. “En ik wil benoemen dat we sinds dit najaar een redactieraad hebben waar we heel blij mee zijn. Een aantal leden denkt daarin met ons na over de invulling van de bijeenkomsten.” Van der Harst roept leden op die daar geen deel vanuit maken vooral contact op te nemen. 

Directeur van de Hall of Fame Frederik Theuwis neemt daarna kort het woord om de bezoekers welkom te heten in zijn cultuurfabriek. “We zijn een club die ongeveer 21 jaar bestaat en aanvankelijk begon zonder gebouw en zonder enig plan. We proberen nog steeds zo min mogelijk van tevoren te weten wat we precies gaan doen. We zijn begonnen als een groep voor jongeren en die groep wilde een eigen plek,”

Directeur van de Hall of Fame Frederik Theuwis aan het woord
Directeur van de Hall of Fame Frederik Theuwis aan het woord

We besluiten zoveel  mogelijk samen met jongeren wat er aan cultuur is en wat er aan cultuur mist. Welke niches moeten een plek hebben die misschien niet de zaal volkrijgen maar wel mogen bestaan. Die plek kunnen ze krijgen in onze concertzaal en in ons skatepark, dat heel erg een vliegwiel is voor onze makers,” zegt Theuwis. “In de afgelopen tien jaar wisten we niet zeker of we hier nog zouden zitten, maar dat is nu verleden tijd. De broedplaatsfunctie van de Hall of Fame heeft een vast hoofdkwartier gekregen.” Na de verbouwing van het pand heeft de Hall of Fame een derde aan vierkante meters moeten inleveren, maar dat heeft bijna geen invloed gehad op de programmeerbare ruimte.

Voortdurend in beweging

 Architect Ruud van Aerde neemt daarna het woord en vertelt over de architectonische opgave waar hij en zijn collega voor stonden. “Normaal krijg je een lekker dik boekwerk met alle eisen, maar wij kregen maar een kort lijstje. Na heel veel gesprekken te hebben gevoerd zijn we erachter gekomen wat er in moest komen. De skatebaan moest blijven en er moest zo’n voyer komen. Maar hoe moest die voyer eruit zien? En hoeveel ruimtes moesten erin?” Dat waren de vragen die Van Aerde stelde.

Dit is een gemeentelijk monument, dat was een belangrijk uitgangspunt voor de ontwikkeling,” zegt hij. “Dit gebouw is alleen voortdurend in transformatie
geweest. Het is continu in beweging. Deze transversale hallen waren onderdeel van een veel groter complex van de NS. Van monumenten zijn we gewend dat die gebouwen honderd jaar geleden gebouwd zijn en dat er verder niets meer aan is gebeurd, maar bij deze hallen zijn voortdurend nieuwe elementen toegevoegd en delen afgebroken. Honderd jaar geleden zag het hier heel anders uit dan nu,” zegt Van Aerde. 

Anouk Thijssen, projectleider stedelijke ontwikkeling bij de gemeente Tilburg, weet ook dat het gebied rondom de Hall of Fame nog ingrijpend zal gaan veranderen. “Over een aantal jaar gaan we hier met een definitieve transformatie aan de gang,” vertelt Thijssen. “In ons bestemmingsplan hebben we de ruimte genomen om iedere keer per ontwikkeling te kijken hoe het er precies komt uit te zien. Ons koersdocument geeft daarbij richting, maar het is geen blauwdruk.” 

Thijssen licht het programma toe dat de gemeente in dit deel van de Spoorzone voor ogen heeft. “We hebben hier een parkeergarage gepositioneerd. Daarmee hebben we in de Spoorzone straks drieparkeergarages. Die werken samen als één parkeersysteem. Als je een abonnement hebt in het
gebied dan kan je in één van die parkeergarages terecht. Bovenop de parkeergarage die aan deze kant komt, komt een stukje wonen,” zegt Thijssen. In het ontwerp dat ze laat zien zijn ook twee torens te zien naast de Hall of Fame. “We willen kijken of we daar wonen kunnen combineren met creativiteit en
bedrijvigheid.” 

De Koepelhal blijft behouden voor evenementen, weet Thijssen. De Wagenmakerij daarentegen gaat een transformatie doormaken. “We willen ervoor zorgen dat de Wagenmakerij straks het midden is van een landschap van woningen en bedrijvigheid. Het moet een semi-openbare ruimte worden. Daarmee hopen we dat de doorwaadbaarheid bij de entree verder vormgegeven kan worden,” zegt ze. “En we werken aan een Young Professional Campus op de huidige parkeerplaats naast de Hall of Fame. Dat wordt een gebouw met zesduizend vierkante meter aan onderwijs en daarover zijn we in gesprek met de universiteit.”


            
Architect Ruud van Aerde
Architect Ruud van Aerde

Rondje door het gebouw

Het is hoog tijd om een rondje door het gebouw te maken. De eerste stop zijn de skatebaan en hetskatecafé. Directeur Frederik Theuwis vertelt de gedachte achter het huidige ontwerp, waarbij het skatecafé als een voorportaal van de skatebaan functioneert. “Vroeger kwamen de mensen vierhonderd meter van de kassa binnen. Dus ze waren al in het skatepark voordat ze bij de balie waren. Nu komen mensen binnen waar ze moeten betalen,” zegt Theuwis. “Dat is voor ons heel goed.”

Maar het skatecafé en de vlonder van de skatebaan zijn veel meer dan een kassa. “De helft van de mensen die aan deze kant van het gebouw komt, kan helemaal
niet skateboarden. Die mensen komen hier om te hangen, elkaar te ontmoeten of om bordspellen te spelen. We willen ook een plek zijn waar mensen zomaar wat kunnen doen. Mensen zijn hier zeven dagen per week welkom zonder entree te betalen. Ze kunnen een stukje programmeren, als ze dat willen. Trefballen in het skatepark, bijvoorbeeld. Dat soort ideeën borrelen hier op.” We lopen verder naar de hal op de eerste verdieping, waar Ruud van Aerde verhaalt over een ingenieus stukje gebouw. “Zowel aan de oostkant als aan de westkant heb je toiletten en op de begane grond heb je ook twee entreedeuren. Dat heeft een reden. Ze hebben hier twee verschillende stromen aan publiek. Er skaten hier jonge kinderen, maar er worden hier ook skatefeestjes gegeven in de sportzaal. Die stromen wilden ze graag scheiden. Mochten beide functies tegelijkertijd nodig zijn, dan kunnen mensen voor het podium de rechtse entree nemen en de skaters linkse entree. De functies zijn wel verweven in het gebouw, dus je kunt elkaar wel zien. Er is interactie tussen verschillende type functies.”

Doos in een doos

Na wat verdere omzwervingen door het pand belanden we bij de popzaal. “Dit is het gedeelte wat buiten die transversale hallen valt,” licht Van Aarde toe. “Dit is een soort appendix. Hier zat voorheen al een grote zaal, maar vergeleken met dit was die al een stuk kleiner en een stuk lager. Dat was echt een schoenendoos.De zaal hebben we nu naar de westkant uitgebreid en een stuk hoger gemaakt, waardoor er meer ruimte is voor techniek.” De zaal is helemaal als een doos ineen doos gemaakt, dus hij staat helemaal los van de buitenwanden en het dak.“

Je ziet de oude Polonceau-spanten nog. Die dragen het originele dak. De nieuwe Polonceau-spanten zijn in hetzelfde systeem nagemaakt. Die nieuwe spanten dragen eigenlijk de hele zaalconstructie. Hier zitten dus twee constructies in elkaar verweven,” vertelte Van Aerde. “We hebben met de akoestisch adviseur besproken wat die spanten doen met het geluid, want het zijn toch prikjes door de doos heen, maar het effect daarvan is zo minimaal dat we het toch voor elkaar hebben gekregen de zaal de hoogte in te trekken.”

Maar is de Hall of Fame vrij om te programmeren wat ze willen, met een groot poppodium als 013 in de buurt? “013 komt bij ons met bands die niet altijd bij
hun zaalcapaciteiten past. Sommige bands passen beter in een kleinere zaal, dus dan stellen ze voor die door te schuiven naar ons. Verder zijn wij vrij om te
programmeren wat we willen, maar we hebben wel een aantal projectsubsidies lopen die gerelateerd zijn aan bijvoorbeeld een niet-westers programma. Daar
krijgen we geld voor, dus het is wel logisch als we dat ook doen,” zegt Frederik Theuwis. 

“Onze passie ligt bij dat nicheprogramma voor jongeren, maar dat is niet altijd dekkend. Dus we moeten blijven schakelen. Maandag en dinsdag
proberen we de foyer te verhuren aan allerlei partijen, maar de rest van de week willen we ons programma in die ruimte hebben. Laatst hadden we op dinsdag een jongerentop. Dat is een verhuring waar we geld mee kunnen verdienen, maar het is ook gerelateerd aan wat we hier doen,” besluit Theuwis. Via de backstage keert de groep terug naar de foyer waar de presentaties werden gehouden en onder het genot van een borreltje bespreken ze de rondleiding na. Het was al met al een geslaagde rondleiding; een vorm die ook zeker bij toekomstige bijeenkomsten van CAST&co weer de overweging waard is.