Chaos als troef
Stadsdichter Frederike Luijten doet een tweede performance over het Koningsplein en de sloop van gebouwen, en ze draagt het gedicht Come away voor, dat ook in haar nieuwe bundel is opgenomen. Daarna neemt Kristiaan Borret, Bouwmeester van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, plaats op het podium. Al tien jaar mag hij met zijn collega’s de stad adviseren over stedelijke ontwikkeling. Eerder was hij Stadsbouwmeester van Antwerpen en in Amsterdam is hij supervisor van een stadsdeel. Dit jaar houdt hij, na ruim twee termijnen, zijn functie in Brussel voor gezien.
En Brussel is een wezenlijk andere stad dan Amsterdam, zegt Borret. ‘In Amsterdam kun je voor harmonie zorgen omdat de stad een enorm apparaat van stedenbouwkundige diensten heeft. In Brussel hebben we dat niet. Brussel is divers, Brussel is chaos. Ik zie dat echt als een troef: een stad waar alles mogelijk is, dat is een ongelofelijke rijkdom. Een deel van mijn werk was ook om in het reine te komen met wat de stad is aangedaan en een nieuwe dynamiek te vinden.’
Borret zag het als zijn taak om aan positieve storytelling voor de stad te doen. ‘Er is in Brussel geen keurslijf. Het aanzien van de stad is goed zoals het is. De diversiteit van de gebouwde omgeving, representeert ook de ziel van de mensen. Veel inwoners van Brussel hebben een niet-Belgische achtergrond.’ Soms was het positieve verhaal vertellen wel lastig, erkent hij: het gewest zit nu al een jaar zonder regering en dat zorgt voor een soort ontgoocheling bij burgers. ‘Een heleboel financiering ligt ondertussen ook stil.’ En de plannen voor autosnelwegen door de stad hebben het weefsel bijvoorbeeld ook geen goed gedaan.
Qua stadsontwikkeling focussen de Brusselaars zich op l’urbanisme par projet: archipunctuur, zoals we dat in Nederland noemen. ‘We hebben geen andere keuze: er zijn heel veel bestuurslagen waar je mee te maken krijgt. Het is gemakkelijker om één project gedaan te krijgen dan een overzichtsplan voor heel Brussel te willen maken. Met ons team hebben we op 800 plekken iets gedaan gekregen. Natuurlijk raakt dat ook aan stedenbouwkundige visies en plannen. Maar we wilden niet alleen visies en ideeën op papier ontwikkelen, maar ook dingen waarmaken.’
In het goedgevulde boek Soft Power, dat de Bouwmeester heeft uitgegeven, leggen Borret en zijn team uit hoe de Bouwmeester gezag over de stad heeft zonder macht te hebben. De macht, die ligt in handen van de politici en de ambtenaren. De Bouwmeester heeft gewerkt aan gezag door te adviseren, te overtuigen en aan te jagen. ‘Daar moet je voor werken. Wij hebben altijd met goede argumenten geprobeerd om de machthebbers te overtuigen. Je kunt heel veel invloed hebben, zeker als je niet in het keurslijf van de hiërarchie zit en de vrijheid hebt om initiatieven te nemen die iemand anders niet heeft.’
In steden heb je dat soort rollen nodig, vindt Borret.
Prijsvraag op prijsvraag
Een van de acht visies die in het boek naar voren komt, is: stop sloop. De Bouwmeester signaleerde dat er veel aanvragen binnenkwamen voor het slopen van kantoorgebouwen uit de jaren 60 tot en met de jaren 90. ‘We hebben geleerd die gebouwen niet mooi te vinden, maar wij vinden het verkeerd om die dan maar te slopen, soms om een nieuw kantoorgebouw terug te bouwen.’ Sinds 2017 heeft de Bouwmeester daarover publieke debatten georganiseerd en het tij weten te keren.
In tien jaar tijd is er ook een shift geweest in de visie op klimaatverandering. ‘We kunnen die gebouwen niet blijven slopen omdat dat heel veel CO2 kost. En je wilt niet dat een gebouw over dertig jaar pas duurzaam is, maar nu. Dat idee werd breder gedragen dan ik had gedacht.’
Na de publieke debatten werden prijsvragen georganiseerd voor publieke (en vervolgens ook private) projecten, waar ontwerpers zich voor kunnen inschrijven. ‘We vragen niet te veel referenties. We selecteren drie tot vijf bureaus die een ontwerp uitwerken en betalen hen daar ook voor.’ Op dit moment zijn 21 kantoorgebouwen in het Europese district opgekocht om te behouden, ook als er nog geen passende nieuwe invulling is gevonden.
Borret noemt een voorbeeld van een oud kantoorgebouw waar nu een school in zit en waar de ramen in de gangen een extra kwaliteit zijn voor de kinderen. De eerste fase was een tijdelijk schoolgebouw, inmiddels is het met een permanente uitbreiding uitgebouwd. Er is veel mogelijk als sloop niet je eerste uitgangspunt is.
En ja, soms moet een gebouw tóch gesloopt worden: de Bouwmeester wil niet hardvochtig vasthouden aan alle gebouwen in de stad. ‘Als je wijken met elkaar wilt verbinden of een park wilt maken, moet je soms een deel van een kantoorgebouw slopen. We moeten niet te dogmatisch zijn.’
Borret sluit af met een tip voor Tilburg: zorg dat je maakindustrie een beetje in de stad houdt. ‘Niet alles moet veranderen in toffe woonweefsels en horecapleintjes: een depot voor een loodgieter hebben we in de stad ook nodig. Maak daar ruimte voor. Dat soort functies horen bij een stad en moeten we vooral niet de stad uitduwen.’
Martijn Neggers sluit traditiegetrouw de avond af met het laatste woord. CAST is na de zomer weer terug met een nieuwe BOUWSTOF.