CASTatelier Buitenkans | Verslag Lancering Buitenkans

Ter gelegenheid van de lancering van Buitenkans sprak Lisa Peters met Esther Kruit (KruitKok Landschapsarchitecten) en Jorryt Braaksma (LAMA Landscape) over de relatie tussen stad en buitengebied, de complexiteit van de huidige ruimtelijke opgaven en de betekenis van de landschapsarchitectuur, zowel in de Belgische Kempen als in Noord-Brabant. Beide ontwerpers benadrukten daarbij het belang van de bodem, een integrale aanpak en de inzet van verbeeldingskracht… 

 De twee uitgenodigde ontwerpers zijn actief zowel in Noord-Brabant als de Belgische Kempen, het werkgebied van Buitenkans. Dit debat- en kennisplatform is opgericht door de Brabantse architectuurcentra, TIAFF en AR-TUR uit Turnhout, met als belangrijkste doel om het gesprek over de kwaliteit van de leefomgeving in het gebied tussen de steden te agenderen. Met name dit gebied staat momenteel voor enorme ruimtelijke opgaven. Er is een stevig woningtekort met name in stedelijke gebieden van Noord-Brabant. De ecologische en cultuurhistorische waarde van het landschap staat er onder druk, terwijl het recreatieve gebruik van het platteland daarentegen sterk groeit. Bovendien kunnen de energietransitie en de wateropgave niet uitsluitend in de stad worden opgelost. Juist in het landelijk gebied krijgen de maatregelen tegen klimaatverandering vorm, bijvoorbeeld door de aanleg van zonne-akkers, windmolenparken en biomassa-installaties. Bovendien is de discussie over de transformatie van de landbouwsector actueler en urgenter dan ooit. 

De ruimtelijke ontwikkeling van de Belgische Kempen heeft als belangrijkste kenmerk de sterke suburbanisatie en de daarmee gepaard gaande versnippering van het buitengebied. Verspreide bebouwing, ook wel aangeduid met sprawl of nevelgebied, veroorzaakt grote maatschappelijke kosten, zoals meer verkeersbewegingen met auto, duurder openbaar vervoer en een hoger energieverbruik per individuele woning. Verdroging is echter volgens Jorryt Braaksma een van de meest urgente opgaven in de Belgische Kempen. De landbouw legt een enorm beslag op het beschikbare grondwater. Bovendien kent de streek weinig externe aanvoer van oppervlaktewater door bijvoorbeeld grote rivieren. Een situatie die deels vergelijkbaar is met die in Noord-Brabant. Ook hier ligt de opgave om de verdroging aan te pakken. Esther Kruit onderstreepte het belang van de bodem als basis voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. De grote opgaven kunnen daarmee niet los van elkaar worden gezien, ze vergen een integrale aanpak. Die, zoals Kruit het omschreef, gericht zou moeten zijn op het zoeken naar een ‘win-winsituatie’. 

Voor Braaksma ligt de meerwaarde van de landschapsarchitectuur in het koppelen van de integrale, ‘holistische’ benadering aan verbeeldingskracht. Maar, daar gaat volgens hem wel een gedegen analyse aan vooraf. Kaartbeelden van ruimtegebruik kunnen daarbij behulpzaam zijn. Kruit erkende dat, maar bracht tegelijk een nuance aan. Een gedegen analyse van problematiek, de bodem, het landschap en de geschiedenis vormen de basis van het vak, maar landschapsarchitectuur heeft voor haar zeker ook een belangrijke ‘esthetische laag’. Bij de vormgeving van bijvoorbeeld een park spelen esthetische aspecten, zoals vorm, materiaal en beleving, een belangrijke rol, naast een gedegen analyse. De twee gasten erkenden tijdens het interview dat de ruimtelijke opgaven in het buitengebied verschillen met die in stedelijke zones. Het buitengebied in Noord-Brabant vergrijst in hoog tempo en het voorzieningenniveau in kleine kernen verschraalt. In de Belgische Kempen is een vrijstaande woning met tuin nog steeds ideaalbeeld en de suburbanistietrend lijkt hier nog niet gekeerd. In de verdichtende steden worstelt men zeker ook met de ‘wateropgave’, maar deze is het buitengebied echt van een andere orde. 

Ruilverkavelingen en het kanaliseren van de beken hebben het van oudsher kleinschalige agrarische platteland getransformeerd in een efficiënt productielandschap. Dit heeft inmiddels een enorme impact op het milieu. De negatieve effecten zijn bekend: grootschalige stallencomplexen, mestoverschotten en de productie van stikstof, stankoverlast, verdroging en een afname van de biodiversiteit in grote delen van het buitengebied. Voormalig wethouder in Tilburg, Frits Horvers, benoemde tijdens het gesprek ook een verschil in mentaliteit tussen de stad en aangrenzende landelijke gemeentes. Het lijkt er volgens hem vaak op dat deze gemeentes zich moeten verdedigen ten opzichte van de ‘ruimtehonger’ van de stad. Hier zorgt namelijk de enorme woningbouwopgave voor druk op de beschikbare ruimte zowel in de stad als in de regio. Hij lichtte kort het concept van de Groene Mal rond Tilburg toe, dat in 2002 door negen organisaties en overheden werd vastgesteld. Leidraad vormde het behoud en de versterking van de bestaande natuur rondom de stad met als voorwaarde dat bij woningbouw natuurcompensatie wordt toegepast. Het leidde in de chat tot een oproep voor meer regie van hogerhand. Een pleidooi dat de laatste tijd steeds vaker weerklank vindt. In januari 2021 bleek dat elf van de vijftien partijen in de Tweede Kamer willen dat er weer een minister van ruimtelijke ordening komt die beslist over de inrichting van Nederland. Ook in het rapport Grote opgaven in een beperkte ruimte, dat het Planbureau voor de Leefomgeving in april 2021 publiceerde, klinkt deze oproep. Volgens het Planbureau staat het nieuwe kabinet voor de opgave om in het leefomgevingsbeleid niet alleen nieuw ruimtegebruik in te passen, maar tegelijkertijd de omgevingskwaliteit te verbeteren. De grote opgaven voor verstedelijking, klimaat, natuur, waterbeheer en landbouw delen de bodem en het water als gezamenlijke onderlegger. De randvoorwaarden die het water- en bodemsysteem aan ruimtelijke ingrepen stelt moeten daarom veel meer dan voorheen centraal staan in het omgevingsbeleid. Een uitgangpunt dat Kruit en Braaksma tijdens het gesprek eveneens naar voren brachten.

 De onderzoekers van het PBL stellen bovendien dat het van belang is dat het Rijk naast de sturing op proces ook meer inhoudelijke verantwoordelijkheid neemt. Maatschappelijk draagvlak voor de noodzakelijke ingrepen vergt een kabinetsbrede, dus sector-overstijgende, inspanning. De betrokkenheid van burgers en het vertrouwen in overheidsbeleid vereisen lange-termijndoelen, heldere kaders en een goed begrip van de leefwereld van burgers. De effecten van beleidsmaatregelen komen immers in die dagelijkse leefomgeving samen.Hier zien de initiatiefnemers van Buitenkans een belangrijke nieuwe uitdaging. Buitenkans wil inspireren, kennis uitwisselen en werk maken van coalitievorming, en zeker ook burgers betrekken bij het gesprek over hun leefomgeving. Verslag: René Erven. 

De lancering van Buitenkans vond plaats op woensdag 28 april 2021. Lisa Peters sprak met Nout Sterk (Cast), Edith Wouters (AR-TUR) betrokken bij Buitenkans en met Esther Kruit (KruitKok Landschapsarchitecten) en Jorryt Braaksma (LAMA Landscape). Esther Kruit is samen met Mariëlle Kok oprichter van KruitKok Landschapsarchitecten, dat gevestigd is in zowel Oss als Eindhoven. De laatste  jaren heeft het bureau zich gespecialiseerd in integrale, duurzame plannen, waarbij kringlopen in materiaal en tijd én het energie-aspect speciale aandacht krijgen. Jorryt Braaksma is met Claire Laeremans oprichter van LAMA Landscape, dat gevestigd is in Lier (B). Het bureau werkt aan opgaven in Nederland en in België. Het team werkt voornamelijk aan transitieopgaven met speciale aandacht voor klimaatadaptatie, hernieuwbare energie, veerkrachtige landschappen, robuuste watersystemen en voedselvoorziening, zowel op regionale als lokale schaal. Deze bijeenkomst is integraal terug te kijken via deze link. Het programma van Buitenkans wordt aangekondigd via de website buitenkans.org en via de websites van de deelnemende architectuurcentra. Buitenkans is mede mogelijk gemaakt door Kunstloc Brabant.

image00016.jpeg